Dutch

Detailed Translations for maatpak from Dutch to French

maatpak:

maatpak [het ~] noun

  1. het maatpak (kostuum; pak)
    le costume; le costume sur mesure; la tenue; le costume trois-pièces; l'ensemble; le complet

Translation Matrix for maatpak:

NounRelated TranslationsOther Translations
complet kostuum; maatpak; pak
costume kostuum; maatpak; pak colbertkostuum; gewaad; herenkostuum; kleding; kleren; pak; plunje; tenue; uitdossing; uniform
costume sur mesure kostuum; maatpak; pak
costume trois-pièces kostuum; maatpak; pak tenue; uniform
ensemble kostuum; maatpak; pak combinatie; complet; ensemble; ensemble kleding; groep van twee of meer; herenkostuum; koppel; pak; samenstelling; span; stel; tenue; uniform
tenue kostuum; maatpak; pak betamelijkheid; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gewaad; houding; keurigheid; kledij; kleding; kleren; lichaamshouding; netheid; onberispelijkheid; ordelijkheid; plunje; pose; stand; standje; tenue; uitdossing; uniform; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
complet algeheel; beslist; compleet; feitelijk; foutloos; gaaf; geheid; gehele; gewis; heel; helemaal; heus; intact; integraal; kompleet; perfect; plenair; reëel; stellig; totaal; uitverkocht; vast; vast en zeker; volgeboekt; volkomen; volledig; volleerd; volmaakt; volslagen; voltallig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
ensemble artikelpakket; benoemde set; set
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ensemble bij elkaar; bijeen; gemeenschappelijk; gezamenlijk; in elkaar; ineen; met z'n beiden; met zijn allen; saam; samen; tezamen

Related Words for "maatpak":

  • maatpakken