Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. omknikken:


Dutch

Detailed Translations for omknikken from Dutch to French

omknikken:

omknikken verb (knik om, knikt om, knikte om, knikten om, omgeknikt)

  1. omknikken
    plier; fléchir; fléchir en deux
    • plier verb (plie, plies, plions, pliez, )
    • fléchir verb (fléchis, fléchit, fléchissons, fléchissez, )

Conjugations for omknikken:

o.t.t.
  1. knik om
  2. knikt om
  3. knikt om
  4. knikken om
  5. knikken om
  6. knikken om
o.v.t.
  1. knikte om
  2. knikte om
  3. knikte om
  4. knikten om
  5. knikten om
  6. knikten om
v.t.t.
  1. heb omgeknikt
  2. hebt omgeknikt
  3. heeft omgeknikt
  4. hebben omgeknikt
  5. hebben omgeknikt
  6. hebben omgeknikt
v.v.t.
  1. had omgeknikt
  2. had omgeknikt
  3. had omgeknikt
  4. hadden omgeknikt
  5. hadden omgeknikt
  6. hadden omgeknikt
o.t.t.t.
  1. zal omknikken
  2. zult omknikken
  3. zal omknikken
  4. zullen omknikken
  5. zullen omknikken
  6. zullen omknikken
o.v.t.t.
  1. zou omknikken
  2. zou omknikken
  3. zou omknikken
  4. zouden omknikken
  5. zouden omknikken
  6. zouden omknikken
diversen
  1. knik om!
  2. knikt om!
  3. omgeknikt
  4. omknikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omknikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fléchir omknikken buigen; doorbuigen; doorzakken; eer betuigen; krom buigen; krombuigen; krommen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; wringen
fléchir en deux omknikken
plier omknikken buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen; neigen; ombuigen; omvouwen; ontvouwen; openspreiden; openvouwen; opvouwen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; plooien; samenvouwen; ten dele vouwen; tenderen naar; toevouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; uitwringen; verbuigen; vouwen; welven; wringen