Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. orderen:


Dutch

Detailed Translations for orderen from Dutch to French

orderen:

orderen verb

  1. orderen (bestellen)
    commander; distribuer à domicile
    • commander verb (commande, commandes, commandons, commandez, )

Translation Matrix for orderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
commander bestellen; orderen aanvoeren; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; iem. afdwingen; leiden; leiding geven; leidinggeven; macht uitoefenen; managen; ontrukken; onttrekken; opdragen; overheersen; regeren; verordenen; voorschrijven; voorzitten
distribuer à domicile bestellen; orderen afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; overhandigen; rondbrengen; thuisbezorgen