Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. permissie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for permissie from Dutch to French

permissie:

permissie [de ~ (v)] noun

  1. de permissie (goedkeuring; toestemming; akkoord; goedvinden; fiat)
    la permission; l'autorisation; la concession; l'accord; l'admission

Translation Matrix for permissie:

NounRelated TranslationsOther Translations
accord akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; bijval; compromis; contract; deal; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; harmonie; instemming; overeenkomst; overeenstemmen; overeenstemming; regeling; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; schikking; solidariteit; toelating; toestemming; transactie; verbondenheid; vereffening; vergelijk; zaak
admission akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming entree; entreeprijs; ingang; inlaat; plaatsing van artikel; toe-eigening; toegang; toegangsprijs; toekenning; toelating; toewijzing; verlening
autorisation akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming akkoord; autorisatie; fiat; geven van volmacht; goedkeuring; instemming; lastbrief; lastgeving; licentie; machtiging; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; toelating; toestemming; vergunning; volmacht; vrijbrief
concession akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming concessie; erkenning; gunning; toegeving
permission akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming akkoord; autorisatie; bergpas; fiat; goedkeuring; instemming; licentie; machtiging; pas; snipperdag; toelating; toestemming; vakantie; vergunning; verlof; verlofjaar; verlofpas; verloftijd; volmacht

Related Words for "permissie":

  • permissies