Dutch

Detailed Translations for registreren from Dutch to French

registreren:

registreren verb (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)

  1. registreren (opschrijven; boeken; noteren; vastleggen; optekenen)
    enregister; register; noter; consigner; inscrire; annoter; indexer
    • enregister verb
    • register verb
    • noter verb (note, notes, notons, notez, )
    • consigner verb (consigne, consignes, consignons, consignez, )
    • inscrire verb (inscris, inscrit, inscrivons, inscrivez, )
    • annoter verb (annote, annotes, annotons, annotez, )
    • indexer verb (indexe, indexes, indexons, indexez, )
  2. registreren (op schrift stellen; noteren; aantekenen; optekenen; boeken)
    consigner; mettre par écrit; coucher par écrit; mettre à l'écrit
    • consigner verb (consigne, consignes, consignons, consignez, )
  3. registreren
  4. registreren
    enregistrer
    • enregistrer verb (enregistre, enregistres, enregistrons, enregistrez, )

Conjugations for registreren:

o.t.t.
  1. registreer
  2. registreert
  3. registreert
  4. registreren
  5. registreren
  6. registreren
o.v.t.
  1. registreerde
  2. registreerde
  3. registreerde
  4. registreerden
  5. registreerden
  6. registreerden
v.t.t.
  1. heb geregistreerd
  2. hebt geregistreerd
  3. heeft geregistreerd
  4. hebben geregistreerd
  5. hebben geregistreerd
  6. hebben geregistreerd
v.v.t.
  1. had geregistreerd
  2. had geregistreerd
  3. had geregistreerd
  4. hadden geregistreerd
  5. hadden geregistreerd
  6. hadden geregistreerd
o.t.t.t.
  1. zal registreren
  2. zult registreren
  3. zal registreren
  4. zullen registreren
  5. zullen registreren
  6. zullen registreren
o.v.t.t.
  1. zou registreren
  2. zou registreren
  3. zou registreren
  4. zouden registreren
  5. zouden registreren
  6. zouden registreren
en verder
  1. ben geregistreerd
  2. bent geregistreerd
  3. is geregistreerd
  4. zijn geregistreerd
  5. zijn geregistreerd
  6. zijn geregistreerd
diversen
  1. registreer!
  2. registreert!
  3. geregistreerd
  4. registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for registreren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
annoter boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen annoteren
consigner aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen consigneren; in consignatie zenden; optekenen; ter bewaring geven
coucher par écrit aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren
enregister boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen inschrijven; onthouden; opgeven; opnemen; opslaan
enregistrer registreren aanschouwen; bekijken; boekstaven; documenteren; inboeken; inspreken; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; opnemen; opslaan; staren; te boek stellen; turen; zien
indexer boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen index maken; indexeren; registeren; van indexnummers voorzien
inscrire boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanmelden; inboeken; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; opgeven; opschrijven; subscriberen
mettre par écrit aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren op papier zetten
mettre à l'écrit aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren
noter boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen noteren; opschrijven; optekenen
register boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
s'inscrire registreren aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen

Wiktionary Translations for registreren:

registreren
verb
  1. vastleggen in een register
registreren

registeren:

registeren verb (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)

  1. registeren (index maken; indexeren)
    indexer; faire le registre
    • indexer verb (indexe, indexes, indexons, indexez, )

Conjugations for registeren:

o.t.t.
  1. registreer
  2. registreert
  3. registreert
  4. registreren
  5. registreren
  6. registreren
o.v.t.
  1. registreerde
  2. registreerde
  3. registreerde
  4. registreerden
  5. registreerden
  6. registreerden
v.t.t.
  1. heb geregistreerd
  2. hebt geregistreerd
  3. heeft geregistreerd
  4. hebben geregistreerd
  5. hebben geregistreerd
  6. hebben geregistreerd
v.v.t.
  1. had geregistreerd
  2. had geregistreerd
  3. had geregistreerd
  4. hadden geregistreerd
  5. hadden geregistreerd
  6. hadden geregistreerd
o.t.t.t.
  1. zal registeren
  2. zult registeren
  3. zal registeren
  4. zullen registeren
  5. zullen registeren
  6. zullen registeren
o.v.t.t.
  1. zou registeren
  2. zou registeren
  3. zou registeren
  4. zouden registeren
  5. zouden registeren
  6. zouden registeren
en verder
  1. ben geregistreerd
  2. bent geregistreerd
  3. is geregistreerd
  4. zijn geregistreerd
  5. zijn geregistreerd
  6. zijn geregistreerd
diversen
  1. registreer!
  2. registreert!
  3. geregistreerd
  4. registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for registeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
faire le registre index maken; indexeren; registeren
indexer index maken; indexeren; registeren boeken; indexeren; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; van indexnummers voorzien; vastleggen

Related Words for "registeren":