Summary


Dutch

Detailed Translations for samenspraak from Dutch to French

samenspraak:

samenspraak [de ~] noun

  1. de samenspraak (dialoog; tweegesprek; tweespraak)
    le dialogue; l'entretien; la discussion; la conversation; l'entrevue; l'interview
  2. de samenspraak (gesprek; onderhoud)
    l'entretien; la dialogue; la préservation

Translation Matrix for samenspraak:

NounRelated TranslationsOther Translations
conversation dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak babbeltje; besprekingen; causerie; chat; chatgesprek; conversatie; discussie; gebabbel; gesprek; interview; mondeling onderhoud; praatje; samenspraken; vergaderingen; vraaggesprek
dialogue dialoog; gesprek; onderhoud; samenspraak; tweegesprek; tweespraak conversatie; discussie; gesprek
discussion dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak bespreken; besprekingen; conversatie; debat; discussie; dispuut; gedachtenverandering; gedachtewisseling; geschil; gesprek; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; spreken over; twist; twistgesprek; vergaderingen; woordenstrijd; woordenwisseling
entretien dialoog; gesprek; onderhoud; samenspraak; tweegesprek; tweespraak babbeltje; causerie; conversatie; discussie; gebabbel; gesprek; in goede staat houden; interview; kost; mondeling onderhoud; onderhoud; onderhoudsgeld; praatje; verzorging; voedsel; vraaggesprek
entrevue dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak conversatie; gesprek
interview dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak gesprek; interview; mondeling onderhoud; vraaggesprek
préservation gesprek; onderhoud; samenspraak behoud; bergen; bewaren; bewaring; conservatie; handhaving; in bewaring geven; instandhouding; toevertrouwen; vrijwaring

Related Words for "samenspraak":