Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schotel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schotel from Dutch to French

schotel:

schotel [de ~] noun

  1. de schotel (gerecht)
    le mets; le plat

Translation Matrix for schotel:

NounRelated TranslationsOther Translations
mets gerecht; schotel diner; eten; maal; maaltijd
plat gerecht; schotel diner; eten; etensbakje; kost; kosten; maal; maaltijd; onkosten; plaat; presenteerblaadje; schoteltje; trog; uitgaaf; uitgaven; voederkrib; voedertrog; voedingsmiddelen; voedsel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
plat eenvormig; effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; glad neerliggend; plat; sluik; strak; uniform; vlak; vlakuit

Related Words for "schotel":


Related Definitions for "schotel":

  1. gerecht1
    • in deze schotel is veel peper gebruikt1
  2. platte schaal1
    • we kochten zes kop en schotels1

Wiktionary Translations for schotel:

schotel
noun
  1. pièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.
  2. (cuisine) Sorte de petite assiette qui se place ordinairement sous une tasse.