Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitblinken boven:


Dutch

Detailed Translations for uitblinken boven from Dutch to French

uitblinken boven:

uitblinken boven verb (blink uit boven, blinkt uit boven, blonk uit boven, blonken uit boven, uitgeblonken boven)

  1. uitblinken boven (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; )
    exceller; briller
    • exceller verb (excelle, excelles, excellons, excellez, )
    • briller verb (brille, brilles, brillons, brillez, )

Conjugations for uitblinken boven:

o.t.t.
  1. blink uit boven
  2. blinkt uit boven
  3. blinkt uit boven
  4. blinken uit boven
  5. blinken uit boven
  6. blinken uit boven
o.v.t.
  1. blonk uit boven
  2. blonk uit boven
  3. blonk uit boven
  4. blonken uit boven
  5. blonken uit boven
  6. blonken uit boven
v.t.t.
  1. heb uitgeblonken boven
  2. hebt uitgeblonken boven
  3. heeft uitgeblonken boven
  4. hebben uitgeblonken boven
  5. hebben uitgeblonken boven
  6. hebben uitgeblonken boven
v.v.t.
  1. had uitgeblonken boven
  2. had uitgeblonken boven
  3. had uitgeblonken boven
  4. hadden uitgeblonken boven
  5. hadden uitgeblonken boven
  6. hadden uitgeblonken boven
o.t.t.t.
  1. zal uitblinken boven
  2. zult uitblinken boven
  3. zal uitblinken boven
  4. zullen uitblinken boven
  5. zullen uitblinken boven
  6. zullen uitblinken boven
o.v.t.t.
  1. zou uitblinken boven
  2. zou uitblinken boven
  3. zou uitblinken boven
  4. zouden uitblinken boven
  5. zouden uitblinken boven
  6. zouden uitblinken boven
en verder
  1. ben uitgeblonken boven
  2. bent uitgeblonken boven
  3. is uitgeblonken boven
  4. zijn uitgeblonken boven
  5. zijn uitgeblonken boven
  6. zijn uitgeblonken boven
diversen
  1. blink uit boven!
  2. blinkt uit boven!
  3. uitgeblonken boven
  4. uitblinkend boven
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitblinken boven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
briller excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken blaken; blinken; flikkeren; flitsen; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; glitteren; iets uitstralen; licht geven; licht schijnen; licht uitzenden; lichten; oplichten; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen
exceller excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken fonkelen; glinsteren; schitteren

Related Translations for uitblinken boven