Dutch

Detailed Translations for verwittigen from Dutch to French

verwittigen:

verwittigen verb (verwittig, verwittigt, verwittigde, verwittigden, verwittigd)

  1. verwittigen (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; )
    mettre au courant de; notifier; annoncer; inquiéter; faire connaître; porter à la connaissance de; mettre en garde contre; publier; s'annoncer
    • notifier verb (notifie, notifies, notifions, notifiez, )
    • annoncer verb (annonce, annonces, annonçons, annoncez, )
    • inquiéter verb (inquiète, inquiètes, inquiétons, inquiétez, )
    • publier verb (publie, publies, publions, publiez, )
    • s'annoncer verb

Conjugations for verwittigen:

o.t.t.
  1. verwittig
  2. verwittigt
  3. verwittigt
  4. verwittigen
  5. verwittigen
  6. verwittigen
o.v.t.
  1. verwittigde
  2. verwittigde
  3. verwittigde
  4. verwittigden
  5. verwittigden
  6. verwittigden
v.t.t.
  1. heb verwittigd
  2. hebt verwittigd
  3. heeft verwittigd
  4. hebben verwittigd
  5. hebben verwittigd
  6. hebben verwittigd
v.v.t.
  1. had verwittigd
  2. had verwittigd
  3. had verwittigd
  4. hadden verwittigd
  5. hadden verwittigd
  6. hadden verwittigd
o.t.t.t.
  1. zal verwittigen
  2. zult verwittigen
  3. zal verwittigen
  4. zullen verwittigen
  5. zullen verwittigen
  6. zullen verwittigen
o.v.t.t.
  1. zou verwittigen
  2. zou verwittigen
  3. zou verwittigen
  4. zouden verwittigen
  5. zouden verwittigen
  6. zouden verwittigen
diversen
  1. verwittig!
  2. verwittigt!
  3. verwittigd
  4. verwittigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwittigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
annoncer informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aandienen; aankondigen; adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; berichten; decreteren; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; informeren; meedelen; melden; mening kenbaar maken; namen afroepen; nieuwsberichten omroepen; omroepen; openbaar maken; openbaren; oplezen; ordonneren; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; publiceren; rapporteren; uitbazuinen; uitbrengen; verkondigen; verordenen; verordineren; verslag uitbrengen; zich aandienen; zich voordoen
faire connaître informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
inquiéter informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen alarmeren; beangstigen; benauwen; ontstellen; verontrusten
mettre au courant de informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; iets melden
mettre en garde contre informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen alarmeren; ontstellen; verontrusten
notifier informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; iets aankondigen; kennis geven; konde doen; ontbieden; openbaar maken; oplezen; oproepen; sommeren
porter à la connaissance de informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen bewust maken; informeren; kennisgeven van; zeggen
publier informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; lanceren; op de markt brengen; openbaar maken; openbaren; openen; openstellen; oplezen; posten; publiceren; toegankelijk maken; uitbrengen; uitgeven; vrijgeven
s'annoncer informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen

Wiktionary Translations for verwittigen:

verwittigen
verb
  1. ~ van iemand ergens van op de hoogte brengen
verwittigen
verb
  1. informer quelqu’un de quelque chose.
  2. Avertir par un avis
  3. instruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose.
  4. Donner des renseignements. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
verwittigen rancarder benachrichtigen — (transitiv) jemanden von etwas in Kenntnis setzen, jemandem eine Nachricht zukommen lassen
verwittigen avertir; alerter warn — to make someone aware of impending danger