Dutch
Detailed Synonyms for stuk voor stuk in Dutch
stuk voor stuk: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stuk: gedeelte; part; onderdeel; deel; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; kanjer; spetter; beschadigd; gebarsten; stuk; kapot; drama; gebroken; defect; toneelstuk; kanon; schouwspel; onklaar; in stukken; aan stukken; gewichtstuk; buiten gebruik; geruineerd; naar de knoppen; mooi persoon; artikel; publicatie; eind; aan scherven
- voor: voor; daarvoor; ervoor; voordat; eer; alvorens; aleer; alvoor