Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. een combinatie maken:


Dutch

Detailed Synonyms for een combinatie maken in Dutch

een combinatie maken:

een combinatie maken verb (maak een combinatie, maakt een combinatie, maakte een combinatie, maakten een combinatie, een combinatie gemaakt)

  1. een combinatie maken
    combineren; een combinatie maken
    • combineren verb (combineer, combineert, combineerde, combineerden, gecombineerd)
    • een combinatie maken verb (maak een combinatie, maakt een combinatie, maakte een combinatie, maakten een combinatie, een combinatie gemaakt)

Conjugations for een combinatie maken:

o.t.t.
  1. maak een combinatie
  2. maakt een combinatie
  3. maakt een combinatie
  4. maken een combinatie
  5. maken een combinatie
  6. maken een combinatie
o.v.t.
  1. maakte een combinatie
  2. maakte een combinatie
  3. maakte een combinatie
  4. maakten een combinatie
  5. maakten een combinatie
  6. maakten een combinatie
v.t.t.
  1. heb een combinatie gemaakt
  2. hebt een combinatie gemaakt
  3. heeft een combinatie gemaakt
  4. hebben een combinatie gemaakt
  5. hebben een combinatie gemaakt
  6. hebben een combinatie gemaakt
v.v.t.
  1. had een combinatie gemaakt
  2. had een combinatie gemaakt
  3. had een combinatie gemaakt
  4. hadden een combinatie gemaakt
  5. hadden een combinatie gemaakt
  6. hadden een combinatie gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal een combinatie maken
  2. zult een combinatie maken
  3. zal een combinatie maken
  4. zullen een combinatie maken
  5. zullen een combinatie maken
  6. zullen een combinatie maken
o.v.t.t.
  1. zou een combinatie maken
  2. zou een combinatie maken
  3. zou een combinatie maken
  4. zouden een combinatie maken
  5. zouden een combinatie maken
  6. zouden een combinatie maken
diversen
  1. maak een combinatie!
  2. maakt een combinatie!
  3. een combinatie gemaakt
  4. een combinatie makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for een combinatie maken