Dutch

Detailed Synonyms for heet in Dutch

heet:

heet adj

  1. heet
  2. heet
  3. heet
  4. heet
  5. heet
    – erg warm 1
    heet
    – erg warm 1
    • heet adj
      • de soep is te heet om te eten1
  6. heet
    – wat een scherpe branderige smaak heeft 1
    heet
    – wat een scherpe branderige smaak heeft 1
    • heet adj
      • deze sambal is erg heet1

Related Words for "heet":

  • heetst, heetste

Antonyms for "heet":


Related Definitions for "heet":

  1. erg warm1
    • de soep is te heet om te eten1
  2. wat een scherpe branderige smaak heeft1
    • deze sambal is erg heet1

heet form of heten:

heten verb (heet, heette, heetten, geheten)

  1. heten
    heten; moeten doorgaan voor; doorgaan voor
  2. heten
    – die naam hebben 1
    heten
    – die naam hebben 1
    • heten verb (heet, heette, heetten, geheten)
      • hoe heet je vader?1

Conjugations for heten:

o.t.t.
  1. heet
  2. heet
  3. heet
  4. heten
  5. heten
  6. heten
o.v.t.
  1. heette
  2. heette
  3. heette
  4. heetten
  5. heetten
  6. heetten
v.t.t.
  1. heb geheten
  2. hebt geheten
  3. heeft geheten
  4. hebben geheten
  5. hebben geheten
  6. hebben geheten
v.v.t.
  1. had geheten
  2. had geheten
  3. had geheten
  4. hadden geheten
  5. hadden geheten
  6. hadden geheten
o.t.t.t.
  1. zal heten
  2. zult heten
  3. zal heten
  4. zullen heten
  5. zullen heten
  6. zullen heten
o.v.t.t.
  1. zou heten
  2. zou heten
  3. zou heten
  4. zouden heten
  5. zouden heten
  6. zouden heten
diversen
  1. heet!
  2. heet!
  3. geheten
  4. hetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "heten":

  1. die naam hebben1
    • hoe heet je vader?1

Related Synonyms for heet