Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. inbedden:


Dutch

Detailed Synonyms for inbedden in Dutch

inbedden:

inbedden verb (bed in, bedt in, bedde in, bedden in, ingebed)

  1. inbedden
    inbedden
    • inbedden verb (bed in, bedt in, bedde in, bedden in, ingebed)

Conjugations for inbedden:

o.t.t.
  1. bed in
  2. bedt in
  3. bedt in
  4. bedden in
  5. bedden in
  6. bedden in
o.v.t.
  1. bedde in
  2. bedde in
  3. bedde in
  4. bedden in
  5. bedden in
  6. bedden in
v.t.t.
  1. heb ingebed
  2. hebt ingebed
  3. heeft ingebed
  4. hebben ingebed
  5. hebben ingebed
  6. hebben ingebed
v.v.t.
  1. had ingebed
  2. had ingebed
  3. had ingebed
  4. hadden ingebed
  5. hadden ingebed
  6. hadden ingebed
o.t.t.t.
  1. zal inbedden
  2. zult inbedden
  3. zal inbedden
  4. zullen inbedden
  5. zullen inbedden
  6. zullen inbedden
o.v.t.t.
  1. zou inbedden
  2. zou inbedden
  3. zou inbedden
  4. zouden inbedden
  5. zouden inbedden
  6. zouden inbedden
en verder
  1. ben ingebed
  2. bent ingebed
  3. is ingebed
  4. zijn ingebed
  5. zijn ingebed
  6. zijn ingebed
diversen
  1. bed in!
  2. bedt in!
  3. ingebed
  4. inbeddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze