Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate losspringen

Synonyms for losspringen in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. losspringen:

Dutch

Detailed Synonyms for losspringen in Dutch

losspringen:

losspringen verb (spring los, springt los, sprong los, sprongen los, losgesprongen)

  1. losspringen
    barsten; openspringen; losspringen
    • barsten verb (barst, barstte, barstten, gebarsten)
    • openspringen verb (spring open, springt open, sprong open, sprongen open, open gesprongen)
    • losspringen verb (spring los, springt los, sprong los, sprongen los, losgesprongen)

Conjugations for losspringen:

o.t.t.
  1. spring los
  2. springt los
  3. springt los
  4. springen los
  5. springen los
  6. springen los
o.v.t.
  1. sprong los
  2. sprong los
  3. sprong los
  4. sprongen los
  5. sprongen los
  6. sprongen los
v.t.t.
  1. ben losgesprongen
  2. bent losgesprongen
  3. is losgesprongen
  4. zijn losgesprongen
  5. zijn losgesprongen
  6. zijn losgesprongen
v.v.t.
  1. was losgesprongen
  2. was losgesprongen
  3. was losgesprongen
  4. waren losgesprongen
  5. waren losgesprongen
  6. waren losgesprongen
o.t.t.t.
  1. zal losspringen
  2. zult losspringen
  3. zal losspringen
  4. zullen losspringen
  5. zullen losspringen
  6. zullen losspringen
o.v.t.t.
  1. zou losspringen
  2. zou losspringen
  3. zou losspringen
  4. zouden losspringen
  5. zouden losspringen
  6. zouden losspringen
diversen
  1. spring los!
  2. springt los!
  5. losgesprongen
  6. losspringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0505 seconds
Page rendered in 1.0 seconds