Dutch

Detailed Synonyms for sloof in Dutch

sloof:

sloof [de ~ (v)] noun

  1. de sloof
    de schort; de voorschoot; de sloof; werkschort; het schortje
  2. de sloof
    het moeke; de sloof; de huissloof

Related Words for "sloof":


sloof form of sloven:

sloven verb (sloof, slooft, sloofte, slooften, geslooft)

  1. sloven
    zwoegen; ploeteren; sloven; afbeulen; sappelen; afjakkeren; afsloven; zich afsloven
    • zwoegen verb (zwoeg, zwoegt, zwoegde, zwoegden, gezwoegd)
    • ploeteren verb (ploeter, ploetert, ploeterde, ploeterden, geploeterd)
    • sloven verb (sloof, slooft, sloofte, slooften, geslooft)
    • afbeulen verb (beul af, beult af, beulde af, beulden af, afgebeuld)
    • sappelen verb (sappel, sappelt, sappelde, sappelden, gesappeld)
    • afjakkeren verb (jakker af, jakkert af, jakkerde af, jakkerden af, afgejakkerd)
    • afsloven verb (sloof af, slooft af, sloofde af, sloofden af, afgesloofd)
  2. sloven
    half dood werken; afbeulen; kapotwerken; een ongeluk werken; hard werken; pezen; sloven; buffelen; aanpoten
    • afbeulen verb (beul af, beult af, beulde af, beulden af, afgebeuld)
    • kapotwerken verb (werk kapot, werkt kapot, werkte kapot, werkten kapot, kapot gewerkt)
    • hard werken verb (werk hard, werkt hard, werkte hard, werkten hard, hard gewerkt)
    • pezen verb (pees, peest, peesde, peesden, gepeesd)
    • sloven verb (sloof, slooft, sloofte, slooften, geslooft)
    • buffelen verb (buffel, buffelt, buffelde, buffelden, gebuffeld)
    • aanpoten verb (poot aan, pootte aan, pootten aan, aangepoot)

Conjugations for sloven:

o.t.t.
  1. sloof
  2. slooft
  3. slooft
  4. sloven
  5. sloven
  6. sloven
o.v.t.
  1. sloofte
  2. sloofte
  3. sloofte
  4. slooften
  5. slooften
  6. slooften
v.t.t.
  1. heb geslooft
  2. hebt geslooft
  3. heeft geslooft
  4. hebben geslooft
  5. hebben geslooft
  6. hebben geslooft
v.v.t.
  1. had geslooft
  2. had geslooft
  3. had geslooft
  4. hadden geslooft
  5. hadden geslooft
  6. hadden geslooft
o.t.t.t.
  1. zal sloven
  2. zult sloven
  3. zal sloven
  4. zullen sloven
  5. zullen sloven
  6. zullen sloven
o.v.t.t.
  1. zou sloven
  2. zou sloven
  3. zou sloven
  4. zouden sloven
  5. zouden sloven
  6. zouden sloven
en verder
  1. ben geslooft
  2. bent geslooft
  3. is geslooft
  4. zijn geslooft
  5. zijn geslooft
  6. zijn geslooft
diversen
  1. sloof!
  2. slooft!
  3. geslooft
  4. slovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "sloven":