Dutch

Detailed Synonyms for tegoed doen in Dutch

tegoed doen:

tegoed doen verb (doe tegoed, doet tegoed, deed tegoed, deden tegoed, tegoed gedaan)

  1. tegoed doen
    laven; lenigen; tegoed doen; lessen
    • laven verb (laaf, laaft, laafde, laafden, gelaafd)
    • lenigen verb (lenig, lenigt, lenigde, lenigden, gelenigd)
    • tegoed doen verb (doe tegoed, doet tegoed, deed tegoed, deden tegoed, tegoed gedaan)
    • lessen verb (les, lest, leste, lesten, gelest)
  2. tegoed doen
    consumeren; vreten; tot zich nemen; bunkeren; nuttigen; naar binnen werken; verorberen; bikken; zitten proppen; schransen; tegoed doen; eten; opeten; schrokken
    • consumeren verb (consumeer, consumeert, consumeerde, consumeerden, geconsumeerd)
    • vreten verb (vreet, vrat, vraten, gevreten)
    • tot zich nemen verb (neem mij tot zich, neemt je tot zich, neemt zich tot zich, zich, je, zich tot zich genomen)
    • bunkeren verb (bunker, bunkert, bunkerde, bunkerden, gebunker)
    • nuttigen verb (nuttig, nuttigt, nuttigde, nuttigden, genuttigd)
    • naar binnen werken verb (werk naar binnen, werkt naar binnen, werkte naar binnen, werkten naar binnen, naar binnen gewerkt)
    • verorberen verb (verorber, verorbert, verorberde, verorberden, verorberd)
    • bikken verb (bik, bikt, bikte, bikten, gebikt)
    • schransen verb (schrans, schranst, schranste, schransten, geschranst)
    • tegoed doen verb (doe tegoed, doet tegoed, deed tegoed, deden tegoed, tegoed gedaan)
    • eten verb (eet, at, aten, gegeten)
    • opeten verb (eet op, at op, aten op, opgegeten)
    • schrokken verb (schrok, schrokt, schrokte, schrokten, geschrokt)

Conjugations for tegoed doen:

o.t.t.
  1. doe tegoed
  2. doet tegoed
  3. doet tegoed
  4. doen tegoed
  5. doen tegoed
  6. doen tegoed
o.v.t.
  1. deed tegoed
  2. deed tegoed
  3. deed tegoed
  4. deden tegoed
  5. deden tegoed
  6. deden tegoed
v.t.t.
  1. heb tegoed gedaan
  2. hebt tegoed gedaan
  3. heeft tegoed gedaan
  4. hebben tegoed gedaan
  5. hebben tegoed gedaan
  6. hebben tegoed gedaan
v.v.t.
  1. had tegoed gedaan
  2. had tegoed gedaan
  3. had tegoed gedaan
  4. hadden tegoed gedaan
  5. hadden tegoed gedaan
  6. hadden tegoed gedaan
o.t.t.t.
  1. zal tegoed doen
  2. zult tegoed doen
  3. zal tegoed doen
  4. zullen tegoed doen
  5. zullen tegoed doen
  6. zullen tegoed doen
o.v.t.t.
  1. zou tegoed doen
  2. zou tegoed doen
  3. zou tegoed doen
  4. zouden tegoed doen
  5. zouden tegoed doen
  6. zouden tegoed doen
en verder
  1. ben tegoed gedaan
  2. bent tegoed gedaan
  3. is tegoed gedaan
  4. zijn tegoed gedaan
  5. zijn tegoed gedaan
  6. zijn tegoed gedaan
diversen
  1. doe tegoed!
  2. doet tegoed!
  3. tegoed gedaan
  4. tegoed doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for tegoed doen