Dutch

Detailed Synonyms for volgen in Dutch

volgen:

volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)

  1. volgen
    volgen; achternagaan; nalopen; achternalopen
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • achternagaan verb (ga achterna, gaat achterna, ging achterna, gingen achterna, achternagegaan)
    • nalopen verb (loop na, loopt na, liep na, liepen na, nagelopen)
    • achternalopen verb (loop achterna, loopt achterna, liep achterna, liepen achterna, achternagelopen)
  2. volgen
    begeleiden; chaperonneren; vergezellen; volgen; meegaan; geleiden; escorteren; meelopen
    • begeleiden verb (begeleid, begeleidt, begeleidde, begeleidden, begeleid)
    • chaperonneren verb (chaperonneer, chaperonneert, chaperonneerde, chaperonneerden, gechaperonneerd)
    • vergezellen verb (vergezel, vergezelt, vergezelde, vergezelden, vergezeld)
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • meegaan verb (ga mee, gaat mee, ging mee, gingen mee, meegegaan)
    • geleiden verb (geleid, geleidt, geleidde, geleidden, geleid)
    • escorteren verb (escorteer, escorteert, escorteerde, escorteerden, geëscorteerd)
    • meelopen verb (loop mee, loopt mee, liep mee, liepen mee, meegelopen)
  3. volgen
    opvolgen; volgen; navolgen
    • opvolgen verb (volg op, volgt op, volgde op, volgden op, opgevolgd)
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • navolgen verb (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)
  4. volgen
    achtervolgen; achternazitten; volgen; nazitten
    • achtervolgen verb (achtervolg, achtervolgt, achtervolgde, achtervolgden, achtervolgd)
    • achternazitten verb (zit achterna, zat achterna, zaten achterna, achternagezeten)
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • nazitten verb (zit na, zat na, zaten na, nagezeten)
  5. volgen
    volgen
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
  6. volgen
    – achter iemand of iets aan gaan 1
    volgen
    – achter iemand of iets aan gaan 1
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
      • de hond volgt mij voortdurend1
  7. volgen
    – er aandacht aan geven en het begrijpen 1
    volgen
    – er aandacht aan geven en het begrijpen 1
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
      • ik kon het gesprek goed volgen1
  8. volgen
    – er geregeld aan deelnemen 1
    volgen
    – er geregeld aan deelnemen 1
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
      • hij volgt een opleiding1
  9. volgen
    – er logisch uit voortvloeien 1
    volgen
    – er logisch uit voortvloeien 1
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
      • uit zijn verklaring volgt dat hij het niet gedaan kan hebben1
  10. volgen
    – erna komen 1
    volgen
    – erna komen 1
    • volgen verb (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
      • op de dag volgt de nacht1

Conjugations for volgen:

o.t.t.
  1. volg
  2. volgt
  3. volgt
  4. volgen
  5. volgen
  6. volgen
o.v.t.
  1. volgde
  2. volgde
  3. volgde
  4. volgden
  5. volgden
  6. volgden
v.t.t.
  1. heb gevolgd
  2. hebt gevolgd
  3. heeft gevolgd
  4. hebben gevolgd
  5. hebben gevolgd
  6. hebben gevolgd
v.v.t.
  1. had gevolgd
  2. had gevolgd
  3. had gevolgd
  4. hadden gevolgd
  5. hadden gevolgd
  6. hadden gevolgd
o.t.t.t.
  1. zal volgen
  2. zult volgen
  3. zal volgen
  4. zullen volgen
  5. zullen volgen
  6. zullen volgen
o.v.t.t.
  1. zou volgen
  2. zou volgen
  3. zou volgen
  4. zouden volgen
  5. zouden volgen
  6. zouden volgen
en verder
  1. ben gevolgd
  2. bent gevolgd
  3. is gevolgd
  4. zijn gevolgd
  5. zijn gevolgd
  6. zijn gevolgd
diversen
  1. volg!
  2. volgt!
  3. gevolgd
  4. volgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

volgen [znw.] noun

  1. volgen
    volgen; achtervolgen

Related Words for "volgen":


Antonyms for "volgen":


Related Definitions for "volgen":

  1. achter iemand of iets aan gaan1
    • de hond volgt mij voortdurend1
  2. er aandacht aan geven en het begrijpen1
    • ik kon het gesprek goed volgen1
  3. er geregeld aan deelnemen1
    • hij volgt een opleiding1
  4. er logisch uit voortvloeien1
    • uit zijn verklaring volgt dat hij het niet gedaan kan hebben1
  5. erna komen1
    • op de dag volgt de nacht1

Related Synonyms for volgen