Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. troep:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for troep from Dutch to Swedish

troep:

troep [de ~ (m)] noun

  1. de troep (schare; kudde; massa; )
    flock; grupp; massa; hord
  2. de troep (rotzooi; bocht; smerig spul)
    röra; oreda
  3. de troep (samenscholing; accumulatie; groep; bende; hoop)
  4. de troep (meute; horde)
    gäng
  5. de troep (puinhoop; rotzooi; zooi; )
    bråte; röra
  6. de troep (mensenmassa; menigte; massa; drom)
    folkmassa; hop; folksamling
  7. de troep (warhoop; knoeiboel; rommel; )

Translation Matrix for troep:

NounRelated TranslationsOther Translations
bråte bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
flock drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
folkmassa drom; massa; menigte; mensenmassa; troep drukte; groep mensen; grote menigte; massa; menigte; toeloop; veel mensen; volksmenigte
folksamling drom; massa; menigte; mensenmassa; troep
grupp drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep aantal personen bijeen; blaaskapel; categorie; classificatie; community; distributiegroep; distributielijst; factie; fanfare; fanfarekorps; gemeente; gezelschap; groep; groep mensen; groepering; harmonie; kapel; kernploeg; klasse; muziekkorps; partij; ploeg; suite; team; werkgroep
gäng horde; meute; troep bende; drom; groep jongeren; hoop; horde; massa; menigte; partij; ploeg; schare; team
hop drom; massa; menigte; mensenmassa; troep achterbuurtvolk
hord drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare
ihop blandat knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
ihop sättning accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep
massa drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep bende; berg; drom; hoop; horde; kluit; massa; menigte; schare
oreda bocht; rotzooi; smerig spul; troep chaos; geharrewar; heksenketel; keet; mengvoer; puinhoop; regelloosheid; slordigheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje
röra bende; bocht; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; smerig spul; troep; zooi; zootje afdankertjes; allegaartje; bende; berg; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; samenraapsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
röra aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen

Related Words for "troep":


Synonyms for "troep":


Related Definitions for "troep":

  1. rommelige, vieze boel1
    • ruim je troep toch eens op!1
  2. groep mensen of dieren die bij elkaar horen1
    • de troepen van generaal Eisenhower trokken Europa binnen1

Wiktionary Translations for troep:


Cross Translation:
FromToVia
troep styrka force — group that aims to attack, control, or constrain
troep flock pride — company of lions
troep hop; mängd masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.

External Machine Translations:

Related Translations for troep