Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bedaren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bedaren from Dutch to Swedish

bedaren:

bedaren verb (bedaar, bedaart, bedaarde, bedaarden, bedaard)

  1. bedaren (beheersen; bedwingen; beteugelen; matigen; intomen)
    behärska; hålla tillbaka
    • behärska verb (behärskar, behärskade, behärskat)
    • hålla tillbaka verb (håller tillbaka, höll tillbaka, hållit tillbaka)
  2. bedaren (tot kalmte manen; kalmeren; sussen)
    lugna; lindra
    • lugna verb (lugnar, lugnade, lugnat)
    • lindra verb (lindrar, lindrade, lindrat)

Conjugations for bedaren:

o.t.t.
  1. bedaar
  2. bedaart
  3. bedaart
  4. bedaren
  5. bedaren
  6. bedaren
o.v.t.
  1. bedaarde
  2. bedaarde
  3. bedaarde
  4. bedaarden
  5. bedaarden
  6. bedaarden
v.t.t.
  1. ben bedaard
  2. bent bedaard
  3. is bedaard
  4. zijn bedaard
  5. zijn bedaard
  6. zijn bedaard
v.v.t.
  1. was bedaard
  2. was bedaard
  3. was bedaard
  4. waren bedaard
  5. waren bedaard
  6. waren bedaard
o.t.t.t.
  1. zal bedaren
  2. zult bedaren
  3. zal bedaren
  4. zullen bedaren
  5. zullen bedaren
  6. zullen bedaren
o.v.t.t.
  1. zou bedaren
  2. zou bedaren
  3. zou bedaren
  4. zouden bedaren
  5. zouden bedaren
  6. zouden bedaren
diversen
  1. bedaar!
  2. bedaart!
  3. bedaard
  4. bedarende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bedaren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
behärska bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen bedwingen; beteugelen; in bedwang houden; onder controle hebben
hålla tillbaka bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; intomen; matigen afhouden; bedwingen; beletten; beteugelen; ervanaf houden; in bedwang houden; onderdrukken; onthouden; ophopen; opkroppen; opnemen; opslaan; opstapelen; terughouden; weerhouden
lindra bedaren; kalmeren; sussen; tot kalmte manen beschijnen; lenigen; lessen; opluchten; stillen; verlichten; vermurwen; vertederen; vervriendelijken; verzachten
lugna bedaren; kalmeren; sussen; tot kalmte manen bemoedigen; doodzwijgen; geruststellen; kalmeren; ondersteunen; opbeuren; opluchten; troosten; vertroosten; volkomen negeren

Wiktionary Translations for bedaren:

bedaren
verb
  1. tot rust komen

Cross Translation:
FromToVia
bedaren blidka placate — to calm
bedaren slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka abattre — Traductions à trier suivant le sens
bedaren lugna; stärka; styrka rassurerredonner l’assurance, rendre la confiance, la tranquillité.

Related Translations for bedaren