Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aan komen zetten:


Dutch

Detailed Translations for aan komen zetten from Dutch to Swedish

aan komen zetten:

aan komen zetten verb (kom aan zetten, komt aan zetten, kwam aan zetten, kwamen aan zetten, aan komen zetten)

  1. aan komen zetten
    berätta; offentliggöra; komma ut med
    • berätta verb (berättar, berättade, berättat)
    • offentliggöra verb (offentliggör, offentligtgjorde, offentliggjort)
    • komma ut med verb (kommer ut med, komm ut med, kommit ut med)

Conjugations for aan komen zetten:

o.t.t.
  1. kom aan zetten
  2. komt aan zetten
  3. komt aan zetten
  4. komen aan zetten
  5. komen aan zetten
  6. komen aan zetten
o.v.t.
  1. kwam aan zetten
  2. kwam aan zetten
  3. kwam aan zetten
  4. kwamen aan zetten
  5. kwamen aan zetten
  6. kwamen aan zetten
v.t.t.
  1. ben aan komen zetten
  2. bent aan komen zetten
  3. is aan komen zetten
  4. zijn aan komen zetten
  5. zijn aan komen zetten
  6. zijn aan komen zetten
v.v.t.
  1. was aan komen zetten
  2. was aan komen zetten
  3. was aan komen zetten
  4. waren aan komen zetten
  5. waren aan komen zetten
  6. waren aan komen zetten
o.t.t.t.
  1. zal aan komen zetten
  2. zult aan komen zetten
  3. zal aan komen zetten
  4. zullen aan komen zetten
  5. zullen aan komen zetten
  6. zullen aan komen zetten
o.v.t.t.
  1. zou aan komen zetten
  2. zou aan komen zetten
  3. zou aan komen zetten
  4. zouden aan komen zetten
  5. zouden aan komen zetten
  6. zouden aan komen zetten
diversen
  1. kom aan zetten!
  2. komt aan zetten!
  3. aan komen zetten
  4. aan komen zettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan komen zetten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
berätta aan komen zetten babbelen; beschrijven; bewust maken; informeren; kakelen; kennisgeven van; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mededelen; praten; snateren; spreken; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; wauwelen; zeggen; zwammen
komma ut med aan komen zetten
offentliggöra aan komen zetten afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; openbaar maken; openen; openstellen; oplezen; toegankelijk maken; uitbrengen; uitgeven; vrijgeven

Related Translations for aan komen zetten