Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. attenderen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for attenderen from Dutch to Swedish

attenderen:

attenderen verb (attendeer, attendeert, attendeerde, attendeerden, geattendeerd)

  1. attenderen (wijzen)
    indikera; peka ut; visa ut; dra uppmärksamhet till
    • indikera verb (indikerar, indikerade, indikerat)
    • peka ut verb (pekar ut, pekade ut, pekat ut)
    • visa ut verb (visar ut, visade ut, visat ut)
    • dra uppmärksamhet till verb (drar uppmärksamhet till, drog uppmärksamhet till, dragit uppmärksamhet till)

Conjugations for attenderen:

o.t.t.
  1. attendeer
  2. attendeert
  3. attendeert
  4. attenderen
  5. attenderen
  6. attenderen
o.v.t.
  1. attendeerde
  2. attendeerde
  3. attendeerde
  4. attendeerden
  5. attendeerden
  6. attendeerden
v.t.t.
  1. heb geattendeerd
  2. hebt geattendeerd
  3. heeft geattendeerd
  4. hebben geattendeerd
  5. hebben geattendeerd
  6. hebben geattendeerd
v.v.t.
  1. had geattendeerd
  2. had geattendeerd
  3. had geattendeerd
  4. hadden geattendeerd
  5. hadden geattendeerd
  6. hadden geattendeerd
o.t.t.t.
  1. zal attenderen
  2. zult attenderen
  3. zal attenderen
  4. zullen attenderen
  5. zullen attenderen
  6. zullen attenderen
o.v.t.t.
  1. zou attenderen
  2. zou attenderen
  3. zou attenderen
  4. zouden attenderen
  5. zouden attenderen
  6. zouden attenderen
diversen
  1. attendeer!
  2. attendeert!
  3. geattendeerd
  4. attenderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for attenderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dra uppmärksamhet till attenderen; wijzen
indikera attenderen; wijzen duiden op; wijzen naar; wijzen op
peka ut attenderen; wijzen slecht voorstellen; verketteren
visa ut attenderen; wijzen

Wiktionary Translations for attenderen:


Cross Translation:
FromToVia
attenderen utmärka; signalera; framhålla; utmärka sig signalerappeler ou attirer l’attention de quelqu’un sur une personne ou sur une chose.