Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bezwaar:
  2. bezwaren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezwaar from Dutch to Swedish

bezwaar:

bezwaar [het ~] noun

  1. het bezwaar (bedenking)
    motstånd; invändning; motsättning
  2. het bezwaar (verweerschrift; verdedigingsakte; verweer; repliek)
    invändning; protest
  3. het bezwaar (het klagen; klacht; grief)
    klagomål

Translation Matrix for bezwaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
invändning bedenking; bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift verschoning
klagomål bezwaar; grief; het klagen; klacht jammerklacht; weeklacht
motstånd bedenking; bezwaar afweerstoffen; antistoffen; bestand zijn; bestendigheid; ondergronds verzet; tegenstoffen; verdediging; verzet
motsättning bedenking; bezwaar botsing; conflict; inconsequentie; inconsistentie; onenigheid; ruzie; twist
protest bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift actie; opwerping; protest; protestbijeenkomst; publieke betoging; tegenspraak; tegenwerping; verzet

Related Words for "bezwaar":


Synonyms for "bezwaar":


Antonyms for "bezwaar":


Related Definitions for "bezwaar":

  1. waardoor het niet ideaal is1
    • er is één bezwaar tegen zijn plan: het is te duur1
  2. argument ertégen1
    • mijn voornaamste bezwaar is dat het te duur is1

Wiktionary Translations for bezwaar:


Cross Translation:
FromToVia
bezwaar invändning EinwandReaktion auf einen Vorschlag, eine Idee oder dergleichen, in der Bedenken geltend gemacht werden
bezwaar protest protestationdéclaration solennelle que quelqu’un faire de ses dispositions, de sa volonté ; promesse formelle, assurance positif.

bezwaar form of bezwaren:

bezwaren verb (bezwaar, bezwaart, bezwaarde, bezwaarden, bezwaard)

  1. bezwaren (bezwaar aantekenen; bezwaar maken)
    opponera sig; klaga; göra invändningar
  2. bezwaren (verzwaren; zwaarder maken; gewicht toevoegen)
    göra tyngre
    • göra tyngre verb (gör tyngre, gjorde tyngre, gjort tyngre)

Conjugations for bezwaren:

o.t.t.
  1. bezwaar
  2. bezwaart
  3. bezwaart
  4. bezwaren
  5. bezwaren
  6. bezwaren
o.v.t.
  1. bezwaarde
  2. bezwaarde
  3. bezwaarde
  4. bezwaarden
  5. bezwaarden
  6. bezwaarden
v.t.t.
  1. heb bezwaard
  2. hebt bezwaard
  3. heeft bezwaard
  4. hebben bezwaard
  5. hebben bezwaard
  6. hebben bezwaard
v.v.t.
  1. had bezwaard
  2. had bezwaard
  3. had bezwaard
  4. hadden bezwaard
  5. hadden bezwaard
  6. hadden bezwaard
o.t.t.t.
  1. zal bezwaren
  2. zult bezwaren
  3. zal bezwaren
  4. zullen bezwaren
  5. zullen bezwaren
  6. zullen bezwaren
o.v.t.t.
  1. zou bezwaren
  2. zou bezwaren
  3. zou bezwaren
  4. zouden bezwaren
  5. zouden bezwaren
  6. zouden bezwaren
diversen
  1. bezwaar!
  2. bezwaart!
  3. bezwaard
  4. bezwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bezwaren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
göra invändningar bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken
göra tyngre bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken verzwaren; zwaarder maken
klaga bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren eisen; foeteren; huilen; jammeren; jeremiëren; kankeren; kermen; klagen; knorren; knorrend geluid maken; protesteren; reclameren; rouwklagen; sakkeren; schreien; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; uitgieren; weeklagen; zeuren
opponera sig bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren opponeren; protesteren; tegenspartelen; tegenspreken; tegenstribbelen; tegenwerpen; verzetten

Related Words for "bezwaren":


Wiktionary Translations for bezwaren:


Cross Translation:
FromToVia
bezwaren belasta burden — encumber

Related Translations for bezwaar