Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. boekdrukken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for boekdrukken from Dutch to Swedish

boekdrukken:

boekdrukken verb (druk boek, drukt boek, drukte boek, drukten boek, boekgedrukt)

  1. boekdrukken
    trycka
    • trycka verb (trycker, tryckte, tryckt)

Conjugations for boekdrukken:

o.t.t.
  1. druk boek
  2. drukt boek
  3. drukt boek
  4. drukken boek
  5. drukken boek
  6. drukken boek
o.v.t.
  1. drukte boek
  2. drukte boek
  3. drukte boek
  4. drukten boek
  5. drukten boek
  6. drukten boek
v.t.t.
  1. heb boekgedrukt
  2. hebt boekgedrukt
  3. heeft boekgedrukt
  4. hebben boekgedrukt
  5. hebben boekgedrukt
  6. hebben boekgedrukt
v.v.t.
  1. had boekgedrukt
  2. had boekgedrukt
  3. had boekgedrukt
  4. hadden boekgedrukt
  5. hadden boekgedrukt
  6. hadden boekgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal boekdrukken
  2. zult boekdrukken
  3. zal boekdrukken
  4. zullen boekdrukken
  5. zullen boekdrukken
  6. zullen boekdrukken
o.v.t.t.
  1. zou boekdrukken
  2. zou boekdrukken
  3. zou boekdrukken
  4. zouden boekdrukken
  5. zouden boekdrukken
  6. zouden boekdrukken
diversen
  1. druk boek!
  2. drukt boek!
  3. boekgedrukt
  4. boekdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for boekdrukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
trycka afdruksel
VerbRelated TranslationsOther Translations
trycka boekdrukken aandrukken; bedrukken; opdrukken; oppersen; overdrukken; persen; prenten; printen; vastdrukken

Wiktionary Translations for boekdrukken:


Cross Translation:
FromToVia
boekdrukken trycka imprimerfaire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure.