Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. draaien om:
  2. omdraaien:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for draaien om from Dutch to Swedish

draaien om:

draaien om verb (draai om, draait om, draaide om, draaiden om, gedraaid om)

  1. draaien om (omcirkelen)
    cirkla; kretsa runt
    • cirkla verb (cirklar, cirklade, cirklat)
    • kretsa runt verb (kretsar runt, kretsade runt, kretsat runt)

Conjugations for draaien om:

o.t.t.
  1. draai om
  2. draait om
  3. draait om
  4. draaien om
  5. draaien om
  6. draaien om
o.v.t.
  1. draaide om
  2. draaide om
  3. draaide om
  4. draaiden om
  5. draaiden om
  6. draaiden om
v.t.t.
  1. heb gedraaid om
  2. hebt gedraaid om
  3. heeft gedraaid om
  4. hebben gedraaid om
  5. hebben gedraaid om
  6. hebben gedraaid om
v.v.t.
  1. had gedraaid om
  2. had gedraaid om
  3. had gedraaid om
  4. hadden gedraaid om
  5. hadden gedraaid om
  6. hadden gedraaid om
o.t.t.t.
  1. zal draaien om
  2. zult draaien om
  3. zal draaien om
  4. zullen draaien om
  5. zullen draaien om
  6. zullen draaien om
o.v.t.t.
  1. zou draaien om
  2. zou draaien om
  3. zou draaien om
  4. zouden draaien om
  5. zouden draaien om
  6. zouden draaien om
diversen
  1. draai om!
  2. draait om!
  3. gedraaid om
  4. draaiend om
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for draaien om:

VerbRelated TranslationsOther Translations
cirkla draaien om; omcirkelen cirkelen; in kringetjes ronddraaien; kringelen; omheenrijden
kretsa runt draaien om; omcirkelen

omdraaien:

omdraaien verb (draai om, draait om, draaide om, draaiden om, omgedraaid)

  1. omdraaien (keren; draaien; wenden)
    vrida; vända sig om
    • vrida verb (vrider, vred, vridit)
    • vända sig om verb (vänder sig om, vändde sig om, vänt sig om)

Conjugations for omdraaien:

o.t.t.
  1. draai om
  2. draait om
  3. draait om
  4. draaien om
  5. draaien om
  6. draaien om
o.v.t.
  1. draaide om
  2. draaide om
  3. draaide om
  4. draaiden om
  5. draaiden om
  6. draaiden om
v.t.t.
  1. ben omgedraaid
  2. bent omgedraaid
  3. is omgedraaid
  4. zijn omgedraaid
  5. zijn omgedraaid
  6. zijn omgedraaid
v.v.t.
  1. was omgedraaid
  2. was omgedraaid
  3. was omgedraaid
  4. waren omgedraaid
  5. waren omgedraaid
  6. waren omgedraaid
o.t.t.t.
  1. zal omdraaien
  2. zult omdraaien
  3. zal omdraaien
  4. zullen omdraaien
  5. zullen omdraaien
  6. zullen omdraaien
o.v.t.t.
  1. zou omdraaien
  2. zou omdraaien
  3. zou omdraaien
  4. zouden omdraaien
  5. zouden omdraaien
  6. zouden omdraaien
en verder
  1. heb omgedraaid
  2. hebt omgedraaid
  3. heeft omgedraaid
  4. hebben omgedraaid
  5. hebben omgedraaid
  6. hebben omgedraaid
diversen
  1. draai om!
  2. draait om!
  3. omgedraaid
  4. omdraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omdraaien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vrida draaien; keren; omdraaien; wenden wrikken; zich wringen
vända sig om draaien; keren; omdraaien; wenden
- keren; omkeren

Related Words for "omdraaien":

  • omdraai

Synonyms for "omdraaien":


Related Definitions for "omdraaien":

  1. het in tegenovergestelde richting brengen1
    • hij draait zijn hoofd om1
  2. in tegengestelde richting gaan1
    • halverwege zijn we omgedraaid1
  3. je lichaam op een andere kant leggen1
    • hij draait zich steeds om in bed1

Wiktionary Translations for omdraaien:


Cross Translation:
FromToVia
omdraaien vrida; vända; blanda; sammanblanda retourneraller de nouveau en un lieu.

Related Translations for draaien om