Translate idioot from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

idioot:
- stollig; tokigt; stolligt; dum; dumt; tjockskalligt; trög; trögt; korkat; tjockskallig; förståndshandikappad; efterblivet; förståndshandikappat; efterbliven
- knäppskalle; obetydlig; utvecklingsstörd; mentalt handikappad; fåne; dumbom; dåre; narr; idiot; dumskalle; yrhätta; vildhjärna; vildbasare; galenpanna; fågelhjärna
Wiktionary:
- idioot → skitstövel, knöl, kräk, idiot, dum, idiotisk, dumbom, medelsvensson, enfaldig person, fåne

Dutch

Detailed Translations for idioot from Dutch to Swedish

idioot:

idioot adj

idioot (geschift; gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; krankzinnig; idioterig)
stollig; tokigt; stolligt
- stollig adj
- tokigt adj
- stolligt adj
idioot (dwaas; gek; maf)
dum; dumt
- dum adj
- dumt adj
idioot (stompzinnig; dom; onnozel; verstandeloos; achterlijk; afgestompt; breinloos; onverstandig; hersenloos; geesteloos; onbenullig; stupide)
tjockskalligt; dum; trög; trögt; dumt
- tjockskalligt adj
- dum adj
- trög adj
- trögt adj
- dumt adj
idioot (dwaas; onbezonnen)
korkat; dum; tjockskalligt; dumt; tjockskallig
- korkat adj
- dum adj
- tjockskalligt adj
- dumt adj
- tjockskallig adj
idioot (zwakzinnig; dement; debiel; imbeciel)
förståndshandikappad; efterblivet; förståndshandikappat; efterbliven
- förståndshandikappad adj
- efterblivet adj
- förståndshandikappat adj
- efterbliven adj

idioot [de ~ (m)] noun

de idioot (onbenul; simpele ziel; dwaas; dommerik; onnozelaar; achterlijke; onnozele kerel)
knäppskalle; obetydlig
- knäppskalle [-en] noun
- obetydlig noun
de idioot (zwakzinnige; gek; geschifte; achterlijke; waanzinnige)
utvecklingsstörd; mentalt handikappad
- utvecklingsstörd noun
- mentalt handikappad noun
de idioot (dwaas; gek; imbeciel)
fåne; dumbom; dåre; narr; idiot
- fåne [-en] noun
- dumbom noun
- dåre [-en] noun
- narr [-en] noun
- idiot [-en] noun
de idioot (onnozelaar; schapenkop; schaapskop; kalfskop; sukkel; rund; stommeling; oen; stommerd; onnozele; druiloor; onnozele hals; sul; stommerik)
dumskalle; dåre; idiot
- dumskalle noun
- dåre [-en] noun
- idiot [-en] noun
de idioot (mafkees; flapdrol; debiel; imbeciel; mafkikker; gek; zot; waanzinnige; mafketel)
yrhätta; vildhjärna; vildbasare; galenpanna
- yrhätta [-en] noun
- vildhjärna noun
- vildbasare noun
- galenpanna [-en] noun
de idioot (onnozelaar; dwaas)
fågelhjärna; idiot
- fågelhjärna noun
- idiot [-en] noun

Translation Matrix for idioot:

Noun	Related Translations	Other Translations
dumbom	dwaas; gek; idioot; imbeciel	kaffer; klooi; rotvent; snertvent
dumskalle	druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul	domkop; dommerik; domoor; druiloortjes; ezel; stommeling; sufferd; sufferdje; sufferdjes; uilskuiken
dåre	druiloor; dwaas; gek; idioot; imbeciel; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul	gek; ijveraar; mallerd; malloot; maniak; pias; scherpslijper; zeloot; zot; zottin
efterbliven		reactievertrager
fågelhjärna	dwaas; idioot; onnozelaar
fåne	dwaas; gek; idioot; imbeciel	lomperik
galenpanna	debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot	ijveraar; maniak; potenrammer; scherpslijper; zeloot
idiot	druiloor; dwaas; gek; idioot; imbeciel; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul	dolleman; domkop; dommerik; domoor; geesteszieke; gek; krankzinnige; sodemieter; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; waanzinnige
knäppskalle	achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel	domkop
mentalt handikappad	achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
narr	dwaas; gek; idioot; imbeciel	grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel
obetydlig	achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel
tjockskallig		dikhoofdigheid
utvecklingsstörd	achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
vildbasare	debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot	robbedoes; wildebras
vildhjärna	debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
yrhätta	debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot	robbedoes; wildebras
Modifier	Related Translations	Other Translations
dum	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; hersenloos; idioot; maf; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	gemeen; lullig; min; onzinnig; slecht; vals
dumt	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; hersenloos; idioot; maf; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	dom; gemeen; lullig; min; onverstandig; onzinnig; slecht; stom; suf; vals
efterbliven	debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig	achterlijk; zwakbegaafd; zwakzinnig
efterblivet	debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig	achterlijk; zwakbegaafd; zwakzinnig
förståndshandikappad	debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig
förståndshandikappat	debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig
korkat	dwaas; idioot; onbezonnen
obetydlig		bescheiden; beuzelachtig; futiel; gering; luttel; marginaal; miniem; minimaal; minste; nietig; nietsbetekenend; nietszeggend; onaanzienlijk; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinig; weinigzeggend
stollig	achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot
stolligt	achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot
tjockskallig	dwaas; idioot; onbezonnen
tjockskalligt	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
tokigt	achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot	eiig; geflipt; gek; geschift; getikt; halfgaar; halfzacht; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; niet helemaal in orde; tilt; tureluurs
trög	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	flauwtjes; lijzig; log; loom; lui; stomp; traag; werkschuw
trögt	achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos	flauwtjes; lijzig; log; loom; lui; stomp; traag; werkschuw; zouteloos

Related Words for "idioot":

idioots, idiote

Wiktionary Translations for idioot:

Cross Translation:

From	To	Via
• idioot	→ skitstövel; knöl; kräk	↔ douchebag — slang: jerk, idiot
• idioot	→ idiot	↔ idiot — person of low general intelligence
• idioot	→ dum; idiotisk	↔ idiotic — having the quality of idiocy
• idioot	→ dumbom	↔ mug — (colloquial) a person who is easily fooled
• idioot	→ medelsvensson; dumbom; enfaldig person	↔ simpleton — simple person lacking common sense
• idioot	→ idiot	↔ Idiot — beleidigend, abwertend: für einen vermeintlich dummen, wenig intelligenten, unwissenden Menschen
• idioot	→ fåne; idiot	↔ idiot — péjoratif\|fr personne considérée comme étant sans idées, sans connaissances, sans intelligence.
• idioot	→ dum	↔ stupide — Qui frapper de stupeur.

Translate idioot from Dutch to Swedish

Detailed Translations for idioot from Dutch to Swedish

idioot:

idioot adj

idioot (geschift; gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; krankzinnig; idioterig)

idioot (dwaas; gek; maf)

idioot (stompzinnig; dom; onnozel; verstandeloos; achterlijk; afgestompt; breinloos; onverstandig; hersenloos; geesteloos; onbenullig; stupide)

idioot (dwaas; onbezonnen)

idioot (zwakzinnig; dement; debiel; imbeciel)

idioot [de ~ (m)] noun

de idioot (onbenul; simpele ziel; dwaas; dommerik; onnozelaar; achterlijke; onnozele kerel)

de idioot (zwakzinnige; gek; geschifte; achterlijke; waanzinnige)

de idioot (dwaas; gek; imbeciel)

de idioot (onnozelaar; schapenkop; schaapskop; kalfskop; sukkel; rund; stommeling; oen; stommerd; onnozele; druiloor; onnozele hals; sul; stommerik)

de idioot (mafkees; flapdrol; debiel; imbeciel; mafkikker; gek; zot; waanzinnige; mafketel)

de idioot (onnozelaar; dwaas)

Translation Matrix for idioot:

Related Words for "idioot":

Wiktionary Translations for idioot: