Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate stiptheid

Translate stiptheid from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

stiptheid:
- punktlighet
stipt:
- i god tid; ackurat; noggrann; noggrannt; precist; punktlig; punktligt; precis
Wiktionary:
- stiptheid → läglighet, lämplighet, punktlighet, regelbundenhet, regelmässighet
- stipt → ackurat, prompt, punktlig, exakt, riktig, precis, regelmässig

Dutch

Detailed Translations for stiptheid from Dutch to Swedish

stiptheid:

stiptheid [de ~ (v)] noun

de stiptheid (preciesheid; juistheid)
punktlighet
- punktlighet [-en] noun

Translation Matrix for stiptheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
punktlighet	juistheid; preciesheid; stiptheid	nauwlettendheid

Related Words for "stiptheid":

stipt

Wiktionary Translations for stiptheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• stiptheid	→ läglighet; lämplighet	↔ timeliness — the state of being timely
• stiptheid	→ punktlighet	↔ ponctualité — exactitude à faire certaines choses dans un temps donné, comme on se l’proposer, ou comme on l’promettre.
• stiptheid	→ regelbundenhet; regelmässighet; punktlighet	↔ régularité — conformité à un ordre, à des règles, soit naturelles, soit de convention ; constance ; uniformité.

stiptheid form of stipt:

stipt adj

stipt (op tijd; tijdig; bijtijds)
i god tid
- i god tid adj
stipt (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; net)
ackurat; noggrann; noggrannt; precist
- ackurat adj
- noggrann adj
- noggrannt adj
- precist adj
stipt (punctueel; strikt; precies; exact)
punktlig; punktligt
- punktlig adj
- punktligt adj
stipt (nauwgezet; nauwkeurig; precies)
precis; punktligt; precist
- precis adj
- punktligt adj
- precist adj

Translation Matrix for stipt:

Noun	Related Translations	Other Translations
noggrann		accuratesse; nauwgezetheid; nauwkeurigheid; precisie
Modifier	Related Translations	Other Translations
ackurat	accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig
i god tid	bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
noggrann	accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig	absoluut; angstvallig; grondig; helemaal; in het geheel; nauwlettend; totaal; volkomen; zorgvuldig
noggrannt	accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig	accuraat; angstvallig; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; trefzeker; zorgvuldig
precis	nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt	accuraat; exact; gewoonweg; juist; klinkklaar; met grote juistheid; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; ragfijn; rechttoe; secuur; trefzeker; welbeschouwd; welgeteld
precist	accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig	accuraat; exact; gedetailleerd; haarfijn; juist; krek; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; secuur; welbeschouwd; welgeteld; zorgvuldig
punktlig	exact; precies; punctueel; stipt; strikt	conscientieus; nauwgezet; nauwkeurig; zorgvuldig
punktligt	exact; nauwgezet; nauwkeurig; precies; punctueel; stipt; strikt	conscientieus; nauwgezet; nauwkeurig; zorgvuldig

Related Words for "stipt":

stiptheid, stipter, stiptere, stiptst, stiptste

Wiktionary Translations for stipt:

Cross Translation:

From	To	Via
• stipt	→ ackurat; prompt	↔ exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
• stipt	→ punktlig; ackurat; prompt	↔ ponctuel — Qui est exact
• stipt	→ exakt; riktig; precis	↔ précis — Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude.
• stipt	→ ackurat; prompt; regelmässig	↔ régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.