Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verslinden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verslinden from Dutch to Swedish

verslinden:

verslinden verb (verslind, verslindt, verslond, verslonden, verslonden)

  1. verslinden (opvreten; verorberen)
    sluka
    • sluka verb (slukar, slukade, slukat)
  2. verslinden (opvreten; verzwelgen)
    förtära; uppsluka
    • förtära verb (förtär, förtärde, förtärt)
    • uppsluka verb (uppslukar, uppslukade, uppslukat)
  3. verslinden (opvreten; verzwelgen; oppeuzelen)
    svälja; sluka; förtära; uppsluka
    • svälja verb (sväljer, sväljde, svalt)
    • sluka verb (slukar, slukade, slukat)
    • förtära verb (förtär, förtärde, förtärt)
    • uppsluka verb (uppslukar, uppslukade, uppslukat)

Conjugations for verslinden:

o.t.t.
  1. verslind
  2. verslindt
  3. verslindt
  4. verslinden
  5. verslinden
  6. verslinden
o.v.t.
  1. verslond
  2. verslond
  3. verslond
  4. verslonden
  5. verslonden
  6. verslonden
v.t.t.
  1. heb verslonden
  2. hebt verslonden
  3. heeft verslonden
  4. hebben verslonden
  5. hebben verslonden
  6. hebben verslonden
v.v.t.
  1. had verslonden
  2. had verslonden
  3. had verslonden
  4. hadden verslonden
  5. hadden verslonden
  6. hadden verslonden
o.t.t.t.
  1. zal verslinden
  2. zult verslinden
  3. zal verslinden
  4. zullen verslinden
  5. zullen verslinden
  6. zullen verslinden
o.v.t.t.
  1. zou verslinden
  2. zou verslinden
  3. zou verslinden
  4. zouden verslinden
  5. zouden verslinden
  6. zouden verslinden
diversen
  1. verslind!
  2. verslindt!
  3. verslonden
  4. verslindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verslinden:

NounRelated TranslationsOther Translations
uppsluka annexatie; inlijving
VerbRelated TranslationsOther Translations
förtära oppeuzelen; opvreten; verslinden; verzwelgen
sluka oppeuzelen; opvreten; verorberen; verslinden; verzwelgen bikken; brassen; eten; laven; lenigen; lessen; naar binnen werken; schransen; slempen; tegoed doen; vreten; zwelgen
svälja oppeuzelen; opvreten; verslinden; verzwelgen doorslikken; inslikken; ophopen; opkroppen; opstapelen; slikken; verbijten; verkroppen; wegslikken
uppsluka oppeuzelen; opvreten; verslinden; verzwelgen

Wiktionary Translations for verslinden:


Cross Translation:
FromToVia
verslinden sluka devour — to eat greedily