Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. garantieren:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for garantieren from German to Dutch

garantieren:

garantieren verb (garantiere, garantierst, garantiert, garantierte, garantiertet, garantiert)

  1. garantieren (sicherstellen; gewährleisten)
    garanderen; verzekeren; waarborgen; instaan voor; vast beloven
    • garanderen verb (garandeer, garandeert, garandeerde, garandeerden, gegarandeerd)
    • verzekeren verb (verzeker, verzekert, verzekerde, verzekerden, verzekerd)
    • waarborgen verb (waarborg, waarborgt, waarborgde, waarborgden, gewaarborgd)
    • instaan voor verb (sta in voor, staat in voor, stond in voor, stonden in voor, ingestaan voor)
    • vast beloven verb (beloof vast, belooft vast, beloofde vast, beloofden vast, vast beloofd)
  2. garantieren
    vergewissen
    • vergewissen verb (vergewis, vergewist, vergewiste, vergewisten, vergewist)
  3. garantieren (gewährleisten; sicherstellen; zusichern)
    instaan voor; garant staan; borg zijn
  4. garantieren (gewährleisten; sicherstellen)
    borg staan; instaan

Conjugations for garantieren:

Präsens
  1. garantiere
  2. garantierst
  3. garantiert
  4. garantieren
  5. garantiert
  6. garantieren
Imperfekt
  1. garantierte
  2. garantiertest
  3. garantierte
  4. garantierten
  5. garantiertet
  6. garantierten
Perfekt
  1. habe garantiert
  2. hast garantiert
  3. hat garantiert
  4. haben garantiert
  5. habt garantiert
  6. haben garantiert
1. Konjunktiv [1]
  1. garantiere
  2. garantierest
  3. garantiere
  4. garantieren
  5. garantieret
  6. garantieren
2. Konjunktiv
  1. garantierte
  2. garantiertest
  3. garantierte
  4. garantierten
  5. garantiertet
  6. garantierten
Futur 1
  1. werde garantieren
  2. wirst garantieren
  3. wird garantieren
  4. werden garantieren
  5. werdet garantieren
  6. werden garantieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde garantieren
  2. würdest garantieren
  3. würde garantieren
  4. würden garantieren
  5. würdet garantieren
  6. würden garantieren
Diverses
  1. garantiere!
  2. garantiert!
  3. garantieren Sie!
  4. garantiert
  5. garantierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for garantieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
borg staan garantieren; gewährleisten; sicherstellen
borg zijn garantieren; gewährleisten; sicherstellen; zusichern
garanderen garantieren; gewährleisten; sicherstellen
garant staan garantieren; gewährleisten; sicherstellen; zusichern
instaan garantieren; gewährleisten; sicherstellen
instaan voor garantieren; gewährleisten; sicherstellen; zusichern
vast beloven garantieren; gewährleisten; sicherstellen
vergewissen garantieren
verzekeren garantieren; gewährleisten; sicherstellen anbinden; anketten; anlegen; befestigen; dokumentieren; festbinden; festhalten; festmachen; heften; verankern
waarborgen garantieren; gewährleisten; sicherstellen

Synonyms for "garantieren":


Wiktionary Translations for garantieren:

garantieren
verb
  1. etwas zusichern
garantieren
verb
  1. de uitkomst ergens van verzekeren

Cross Translation:
FromToVia
garantieren garanderen guarantee — to assure that something will get done right
garantieren garanderen warrant — to guarantee