German

Detailed Translations for entwickelt from German to Dutch

entwickelt:


entwickelt form of entwickeln:

entwickeln verb (entwickele, entwickelst, entwickelt, entwickelte, entwickeltet, entwickelt)

  1. entwickeln (ausbilden; erfinden; bilden)
    ontwikkelen; evolueren
    • ontwikkelen verb (ontwikkel, ontwikkelt, ontwikkelde, ontwikkelden, ontwikkeld)
    • evolueren verb (evolueer, evolueert, evolueerde, evolueerden, geëvolueerd)
  2. entwickeln (ausbilden; bilden; entfalten; heranbilden; formen)
    ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen
  3. entwickeln (entwerfen; konstruieren; kreieren; hervorbringen; erfinden)
    ontwerpen
    • ontwerpen verb (ontwerp, ontwerpt, ontwierp, ontwierpen, ontworpen)
  4. entwickeln (ins Leben rufen; machen; produzieren; )
    maken; scheppen; in het leven roepen
    • maken verb (maak, maakt, maakte, maakten, gemaakt)
    • scheppen verb (schep, schept, schepte, schepten, geschept)
    • in het leven roepen verb (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
  5. entwickeln (üben; ausbilden; bilden; heranbilden)
    oefenen; ontwikkelen; trainen
    • oefenen verb (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • ontwikkelen verb (ontwikkel, ontwikkelt, ontwikkelde, ontwikkelden, ontwikkeld)
    • trainen verb (train, traint, trainde, trainden, getraind)
  6. entwickeln (herstellen; produzieren; machen; )
    produceren; maken; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren
    • produceren verb (produceer, produceert, produceerde, produceerden, geproduceerd)
    • maken verb (maak, maakt, maakte, maakten, gemaakt)
    • voortbrengen verb (breng voort, brengt voort, bracht voort, brachten voort, voortgebracht)
    • fabriceren verb (fabriceer, fabriceert, fabriceerde, fabriceerden, gefabriceerd)
  7. entwickeln (entfalten; erblühen)
    ontplooien; tot wasdom komen; ontwikkelen
  8. entwickeln (trainieren; üben; ausbilden; )
    trainen; oefenen; harden; coachen; bekwamen
    • trainen verb (train, traint, trainde, trainden, getraind)
    • oefenen verb (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • harden verb (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
    • coachen verb
    • bekwamen verb (bekwaam, bekwaamt, bekwaamde, bekwaamden, bekwaamd)

Conjugations for entwickeln:

Präsens
  1. entwickele
  2. entwickelst
  3. entwickelt
  4. entwickelen
  5. entwickelt
  6. entwickelen
Imperfekt
  1. entwickelte
  2. entwickeltest
  3. entwickelte
  4. entwickelten
  5. entwickeltet
  6. entwickelten
Perfekt
  1. habe entwickelt
  2. hast entwickelt
  3. hat entwickelt
  4. haben entwickelt
  5. habt entwickelt
  6. haben entwickelt
1. Konjunktiv [1]
  1. entwickele
  2. entwickelest
  3. entwickele
  4. entwickelen
  5. entwickelet
  6. entwickelen
2. Konjunktiv
  1. entwickelte
  2. entwickeltest
  3. entwickelte
  4. entwickelten
  5. entwickeltet
  6. entwickelten
Futur 1
  1. werde entwickeln
  2. wirst entwickeln
  3. wird entwickeln
  4. werden entwickeln
  5. werdet entwickeln
  6. werden entwickeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde entwickeln
  2. würdest entwickeln
  3. würde entwickeln
  4. würden entwickeln
  5. würdet entwickeln
  6. würden entwickeln
Diverses
  1. entwickel!
  2. entwickelt!
  3. entwickelen Sie!
  4. entwickelt
  5. entwickeln
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for entwickeln:

NounRelated TranslationsOther Translations
bekwamen Lernen; Studieren
fabriceren Anfertigen; Herstellen
harden Abhärten
maken Anfertigen; Anfertigung; Erzeugung; Herstellen; Herstellung; Kreieren; Verfertigung
ontwikkelen Entwickeln; Kultivieren; Zivilisieren
produceren Anfertigen; Herstellen
scheppen Anfertigen; Anfertigung; Herstellung; Kreieren; Schaufeln; Spaten; Verfertigung
vervaardigen Anfertigen; Herstellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
bekwamen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben
coachen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben
evolueren ausbilden; bilden; entwickeln; erfinden
fabriceren anfertigen; entwickeln; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; herstellen; machen; produzieren; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen
harden ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben abhärten; ausgestreckt halten; aushalten; ausharren; durchhalten; ertragen; hartmachen; härten; stählen; tragen; verhärten
in het leven roepen anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfertigen
maken anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen ausbessern; bearbeiten; bilden; deichseln; erneuern; erstellen; fixen; flicken; formen; gestalten; gutmachen; heranbilden; hinkriegen; innovieren; kneten; modellieren; montieren; reparieren; restaurieren; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen
oefenen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben einstudieren; einüben; exerzieren; proben; repetieren; sichwiederholen; studieren; trainieren; üben
ontplooien entfalten; entwickeln; erblühen aufblühen; auseinanderfalten; entfalten; erblühen; vollen Wuchs erreichen
ontwerpen entwerfen; entwickeln; erfinden; hervorbringen; konstruieren; kreieren
ontwikkelen ausbilden; bilden; entfalten; entwickeln; erblühen; erfinden; formen; heranbilden; üben zivilisieren
produceren anfertigen; entwickeln; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; herstellen; machen; produzieren; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen
scheppen anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfertigen aufgraben; ausgraben; graben; löffeln; schaufeln; schöpfen
tot ontwikkeling brengen ausbilden; bilden; entfalten; entwickeln; formen; heranbilden
tot wasdom komen entfalten; entwickeln; erblühen
trainen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben abrichten; dressieren
vervaardigen anfertigen; entwickeln; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; herstellen; machen; produzieren; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren
voortbrengen anfertigen; entwickeln; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; herstellen; machen; produzieren; verfassen; verfertigen; vorbringen; zeugen anbauen; anpflanzen; aufbauen; aufziehen; entbinden; erzeugen; fortpflanzen; gebären; hegen; heranbilden; heranziehen; hervorbringen; kultivieren; treiben; umbauen; umgestalten; umwandeln; zeugen; ziehen; zur Welt bringen; züchten

Synonyms for "entwickeln":


Wiktionary Translations for entwickeln:

entwickeln
verb
  1. Biologie, reflexiv: aus älteren Lebensformen entstehen (Evolution)
  2. Biologie, reflexiv: sich zum Erwachsenen bzw. erwachsenen Tier verändern
  3. allgemein: sich etwas ausdenken, planen
entwickeln
verb
  1. iets ~ een aanwezige aanleg tot bloei brengen
  2. een film ~ het latente beeld van een belicht fotografisch materiaal chemisch zichtbaar maken
  3. ontwerpen en uitvoeren op basis van onderzoek
  4. vooraf uitzoeken hoe het zal worden

Cross Translation:
FromToVia
entwickeln ontwikkelen develop — to progress
entwickeln ontwikkelen develop — to create
entwickeln ontwikkelen develop — to bring out photographic images
entwickeln uit elkaar halen; ontplooien; ontwarren; ontwikkelen dérouler — Traductions à trier suivant le sens
entwickeln ontwikkelen; openbaren; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; doen groeien; laten groeien; beduiden; duidelijk maken; uitleggen; verhelderen; verklaren; ontplooien; ontwarren développerdégager une chose de ce qui l’envelopper.