German

Detailed Translations for ermüdet from German to Dutch

ermüdet:

ermüdet adj

  1. ermüdet (ermattet)
    moe
    – wie aan rust of slaap toe is 1
    • moe adj
      • ik ga naar bed, ik ben moe1

Translation Matrix for ermüdet:

NounRelated TranslationsOther Translations
moe Flügelmutter; Mutter; Mutti; Oberin
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
gaar ermattet; ermüdet bereit; fertig; gar
moe ermattet; ermüdet
vermoeid ermattet; ermüdet

ermüdet form of ermüden:

ermüden verb (ermüde, ermüdest, ermüdet, ermüdete, ermüdetet, ermüdet)

  1. ermüden (erschöpfen; fertigmachen; ermatten; entkräften; auspumpen)
    uitputten; vermoeien; slopen; afmatten; moe maken
    • uitputten verb (put uit, putte uit, putten uit, uitgeput)
    • vermoeien verb (vermoei, vermoeit, vermoeide, vermoeiden, vermoeid)
    • slopen verb (sloop, sloopt, sloopte, sloopten, gesloopt)
    • afmatten verb (mat af, matte af, matten af, afgemat)
    • moe maken verb (maak moe, maakt moe, maakte moe, maakten moe, moe gemaakt)
  2. ermüden
    vermoeid raken
    • vermoeid raken verb (raak vermoeid, raakt vermoeid, raakte vermoeid, raakten vermoeid, vermoeid geraakt)
  3. ermüden (erschöpfen; ermatten)
    vermoeien; moe worden
    • vermoeien verb (vermoei, vermoeit, vermoeide, vermoeiden, vermoeid)
    • moe worden verb (word moe, wordt moe, werd moe, werden moe, moe geworden)
  4. ermüden (verflauen; erschlaffen; verblassen; )
    verslappen; verflauwen
    • verslappen verb (verslap, verslapt, verslapte, verslapten, verslapt)
    • verflauwen verb (verflauw, verflauwt, verflauwde, verflauwden, verflauwd)
  5. ermüden (ermatten; schwach werden; schwächer werden; erlahmen; erschlaffen)
    verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden

Conjugations for ermüden:

Präsens
  1. ermüde
  2. ermüdest
  3. ermüdet
  4. ermüden
  5. ermüdet
  6. ermüden
Imperfekt
  1. ermüdete
  2. ermüdetest
  3. ermüdete
  4. ermüdeten
  5. ermüdetet
  6. ermüdeten
Perfekt
  1. bin ermüdet
  2. bist ermüdet
  3. ist ermüdet
  4. sind ermüdet
  5. seid ermüdet
  6. sind ermüdet
1. Konjunktiv [1]
  1. ermüde
  2. ermüdest
  3. ermüde
  4. ermüden
  5. ermüdet
  6. ermüden
2. Konjunktiv
  1. ermüdete
  2. ermüdetest
  3. ermüdete
  4. ermüdeten
  5. ermüdetet
  6. ermüdeten
Futur 1
  1. werde ermüden
  2. wirst ermüden
  3. wird ermüden
  4. werden ermüden
  5. werdet ermüden
  6. werden ermüden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ermüden
  2. würdest ermüden
  3. würde ermüden
  4. würden ermüden
  5. würdet ermüden
  6. würden ermüden
Diverses
  1. ermüd!
  2. ermüdet!
  3. ermüden Sie!
  4. ermüdet
  5. ermüdend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for ermüden:

NounRelated TranslationsOther Translations
afmatten Abmühen; Anstrengen
uitputten Abmühen; Anstrengen
vermoeien Abmühen; Anstrengen
verslappen Abschwächen
verzwakken Abschwächen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aan kracht inboeten erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
afmatten auspumpen; entkräften; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen
moe maken auspumpen; entkräften; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen
moe worden ermatten; ermüden; erschöpfen
slopen auspumpen; entkräften; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen abbrechen; abreißen; abtragen; abwracken; aushöhlen; ausschalten; demolieren; den Hals umdrehen; einstampfen; erledigen; fertigmachen; ganz kaputt und auseinander holen; kaputtmachen; liquidieren; niederreißen; ruinieren; umstossen; verderben; verheeren; vernichten; verschrotten; verwüsten; wegreißen; zehren; zerlegen; zerstören; zertrümmern
uitputten auspumpen; entkräften; erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; erschöpfen; fertigmachen; schwach werden; schwächer werden
verflauwen abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; verblassen; verflauen; verschießen sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen
vermoeid raken ermüden
vermoeien auspumpen; entkräften; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen
verslappen abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; schwach werden; schwächer werden; verblassen; verflauen; verschießen
verzwakken erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden abschwächen; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten
zwak worden erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
zwakker worden erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden

Synonyms for "ermüden":


Wiktionary Translations for ermüden:


Cross Translation:
FromToVia
ermüden verzwakken flag — weaken
ermüden ergeren; tegenstaan; vermoeien; vervelen; ontkrachten fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.
ermüden ergeren; tegenstaan; vermoeien; vervelen lasser — désuet|fr rendre las.