Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. voorleiden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voorleiden from Dutch to German

voorleiden:

voorleiden verb

  1. voorleiden
    anschneiden; aufwerfen
    • anschneiden verb (schneide an, schneidest an, schneidet an, schnitt an, schnittet an, angeschnitten)
    • aufwerfen verb (werfe auf, wirfst auf, wirft auf, warf auf, warft auf, aufgeworfen)

Translation Matrix for voorleiden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
anschneiden voorleiden aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; naar voren brengen; op tafel leggen; openen; opmerken; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; vertellen; verwoorden; zeggen
aufwerfen voorleiden aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; entameren; gesprek aanknopen; omhoogkomen; omhoogwerpen; openen; opengooien; openwerpen; opperen; opstijgen; opvliegen; opwerpen; poneren; starten; te berde brengen; ter sprake brengen

Wiktionary Translations for voorleiden:


Cross Translation:
FromToVia
voorleiden mitnehmen; bringen; anbringen; eintragen; heranbringen; überbringen amenermener d’un lieu à un autre.