Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. doorwroeten:


Dutch

Detailed Translations for doorwroeten from Dutch to German

doorwroeten:

doorwroeten verb (wroet door, wroette door, wroetten door, doorgewroet)

  1. doorwroeten (wroetend onderzoeken)
    wühlen; durchwühlen
    • wühlen verb (wühle, wühlst, wühlt, wühlte, wühltet, gewühlt)
    • durchwühlen verb (durchwühle, durchwühlst, durchwühlt, durchwühlte, durchwühltet, durchwühlt)

Conjugations for doorwroeten:

o.t.t.
  1. wroet door
  2. wroet door
  3. wroet door
  4. wroeten door
  5. wroeten door
  6. wroeten door
o.v.t.
  1. wroette door
  2. wroette door
  3. wroette door
  4. wroetten door
  5. wroetten door
  6. wroetten door
v.t.t.
  1. heb doorgewroet
  2. hebt doorgewroet
  3. heeft doorgewroet
  4. hebben doorgewroet
  5. hebben doorgewroet
  6. hebben doorgewroet
v.v.t.
  1. had doorgewroet
  2. had doorgewroet
  3. had doorgewroet
  4. hadden doorgewroet
  5. hadden doorgewroet
  6. hadden doorgewroet
o.t.t.t.
  1. zal doorwroeten
  2. zult doorwroeten
  3. zal doorwroeten
  4. zullen doorwroeten
  5. zullen doorwroeten
  6. zullen doorwroeten
o.v.t.t.
  1. zou doorwroeten
  2. zou doorwroeten
  3. zou doorwroeten
  4. zouden doorwroeten
  5. zouden doorwroeten
  6. zouden doorwroeten
diversen
  1. wroet door!
  2. wroet door!
  3. doorgewroet
  4. doorwroetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorwroeten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
durchwühlen doorwroeten; wroetend onderzoeken doorwoelen; omwoelen
wühlen doorwroeten; wroetend onderzoeken graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen; snuffelen; woelen; wroeten; wurmen