Dutch

Detailed Translations for loven from Dutch to German

loven:

loven verb (loof, looft, loofde, loofden, geloofd)

  1. loven (zich lovend uitlaten; prijzen; roemen; vereren)
    preisen; in den Himmel heben; schätzen; hochschätzen; loben; lobpreisen; sich lobend ausdrücken

Conjugations for loven:

o.t.t.
  1. loof
  2. looft
  3. looft
  4. loven
  5. loven
  6. loven
o.v.t.
  1. loofde
  2. loofde
  3. loofde
  4. loofden
  5. loofden
  6. loofden
v.t.t.
  1. heb geloofd
  2. hebt geloofd
  3. heeft geloofd
  4. hebben geloofd
  5. hebben geloofd
  6. hebben geloofd
v.v.t.
  1. had geloofd
  2. had geloofd
  3. had geloofd
  4. hadden geloofd
  5. hadden geloofd
  6. hadden geloofd
o.t.t.t.
  1. zal loven
  2. zult loven
  3. zal loven
  4. zullen loven
  5. zullen loven
  6. zullen loven
o.v.t.t.
  1. zou loven
  2. zou loven
  3. zou loven
  4. zouden loven
  5. zouden loven
  6. zouden loven
en verder
  1. ben geloofd
  2. bent geloofd
  3. is geloofd
  4. zijn geloofd
  5. zijn geloofd
  6. zijn geloofd
diversen
  1. loof!
  2. looft!
  3. geloofd
  4. lovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for loven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hochschätzen loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten achten; appreciëren; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; op prijs stellen; respecteren; waarderen
in den Himmel heben loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten
loben loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; ophemelen; prijzen; van een prijs voorzien
lobpreisen loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; ophemelen; prijzen; van een prijs voorzien
preisen loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; ophemelen; prijzen; van een prijs voorzien
schätzen loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten aannemen; aanrekenen; aanwrijven; achten; adviseren; afwegen; appreciëren; bepalen; beramen; berispen; beschuldigen; blameren; eerbiedigen; geloven; gispen; gissen; gissing maken; hoogachten; hoogschatten; iets aanraden; ingeven; inschatten; laken; nadragen; op prijs stellen; overdenken; overwegen; postuleren; raden; ramen; respecteren; schatten; suggereren; taxeren; uitgaan van; veronderstellen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; vooronderstellen; waarderen
sich lobend ausdrücken loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten

Related Words for "loven":


Wiktionary Translations for loven:

loven
verb
  1. eine wertschätzende Aussage machen

Cross Translation:
FromToVia
loven klatschen; applaudieren acclaim — to applaud
loven loben praise — to give praise to
loven loben; preisen; rühmen; verherrlichen glorifierhonorer, célébrer par de grandes louanges.

loof:

loof [het ~] noun

  1. het loof (lover)
    Laub; die Blätter

Translation Matrix for loof:

NounRelated TranslationsOther Translations
Blätter loof; lover bladen; gebladerte; tijdschriften
Laub loof; lover gebladerte

Related Words for "loof":