Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. surrogaat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for surrogaat from Dutch to German

surrogaat:

surrogaat [het ~] noun

  1. het surrogaat (vervangend middel; remplaçant)
    Surrogat; der Ersatz; die Ersatzmittel; der Notbehelf
  2. het surrogaat (vervanging; substitutie; verwisseling; )
    der Ersatz; die Auswechslung; die Substitution; die Vertretung

Translation Matrix for surrogaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
Auswechslung herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling omruil; omwisselen; omwisseling; verruiling; verwisseling
Ersatz herstelling; omwisseling; remplaçant; substitutie; surrogaat; verruiling; vervangend middel; vervanging; verwisseling compensatie; invalster; reserve; substituut; tegemoetkoming; vervangend product; vervanging
Ersatzmittel remplaçant; surrogaat; vervangend middel lapmiddel; vervangingsmiddel
Notbehelf remplaçant; surrogaat; vervangend middel lapmiddel
Substitution herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
Surrogat remplaçant; surrogaat; vervangend middel
Vertretung herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling apperceptie; hulpkracht; invaller; noodhulp; observatie; perceptie; plaatsvervanging; vertegenwoordiging; waarneming

Related Words for "surrogaat":

  • surrogaten

Wiktionary Translations for surrogaat:

surrogaat
noun
  1. etwas, das an Stelle von etwas anderem tritt, weil dieses fehlt, verlorengegangen ist oder ausgetauscht werden muss

Cross Translation:
FromToVia
surrogaat Ersatz ersatz — something made in imitation
surrogaat Ersatz-; Stellvertreter; Stellvertreterin surrogate — A substitute
surrogaat Surrogat; Ersatz ersatz — propre germ|fr Produit utilisé pour en remplacer un autre qui est devenu rare ou qui est considéré comme nocif ou trop coûteux.