Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. trenken:


German

Detailed Translations for trenken from German to Dutch

trenken:

trenken verb

  1. trenken (durchtränken; imprägnieren; senken)
    impregneren; doordrenken
    • impregneren verb (impregneer, impregneert, impregneerde, impregneerden, geïmpregneerd)
    • doordrenken verb (drenk door, drenkt door, drenkte door, drenkten door, doorgedrenkt)

Translation Matrix for trenken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
doordrenken durchtränken; imprägnieren; senken; trenken
impregneren durchtränken; imprägnieren; senken; trenken