Dutch

Detailed Translations for zolders from Dutch to German

zolders:

zolders [de ~] noun, plural

  1. de zolders (vlieringen)
    die Dachböden; die Lagerböden

Translation Matrix for zolders:

NounRelated TranslationsOther Translations
Dachböden vlieringen; zolders
Lagerböden vlieringen; zolders

Related Words for "zolders":


zolder:

zolder [de ~ (m)] noun

  1. de zolder (vliering)
    der Dachboden; der Hängeboden; der Speicher; der Boden; der Lagerboden

Translation Matrix for zolder:

NounRelated TranslationsOther Translations
Boden vliering; zolder aarde; aardkorst; akker; bodem; bodemoppervlak; bouwland; eerste laag verf; grond; grondlaag; grondverf; veld; vloer
Dachboden vliering; zolder zoldering
Hängeboden vliering; zolder
Lagerboden vliering; zolder
Speicher vliering; zolder archief; bergplaats; dakverdieping; depot; geheugen; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekamer; tijdelijk geheugen; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis; zolderverdieping

Related Words for "zolder":

  • zolderen, zolders, zoldertje, zoldertjes

Wiktionary Translations for zolder:

zolder
noun
  1. ruimte onder een (schuin) dak

Cross Translation:
FromToVia
zolder Dachgeschoss; Dachboden attic — space, often unfinished and with sloped walls, directly below the roof
zolder Mansarde garret — an attic or semi-finished room just beneath the roof of a house
zolder Dachgeschoss; Dachboden loft — an attic or similar space
zolder Getreidemagazin; Getreidespeicher grenier — Traductions à trier suivant le sens